Inspanningsproef met ademhalingsanalyse (ergospirometrie)

Bij een inspanningsproef met ademhalingsanalyse of ergospirometrie wordt tijdens een inspanning, naast de hartactiviteit en de bloeddruk, ook de samenstelling van de uitgeademde lucht bij elke ademteug geanalyseerd. Hierin worden de concentraties van zuurstof (O2) en kooldioxide (CO2) gemeten. Aan de hand hiervan kunnen verschillende grafieken opgesteld worden die toelaten gedurende elk moment van de inspanning te bepalen hoe het energieverbruik in het lichaam gebeurt. Tijdens deze test worden verschillende parameters bepaald die informatie leveren over de fysieke conditie en die gebruikt kunnen worden om zowel specifieke beperkingen te diagnosticeren alsook trainingsschema’s op te stellen:

  • Eerste ventilatoire drempel (aerobe drempel): het moment tijdens de toenemende inspanning waarbij het lichaam van voornamelijk vetverbranding (uithouding), naar meer suikerverbranding (weerstand) zal overschakelen.
  • Tweede ventilatoire drempel (anaërobe drempel): het moment tijdens de inspanning waarbij de zuurstofopname niet meer toereikend zal zijn om de energieaanvoer te garanderen en dat ook zonder zuurstof energieproductie zal plaatsvinden: het zogenaamde ‘verzuren’ met lactaatproductie.
  • Het maximaal mogelijke zuurstofverbruik per kilogram lichaamsgewicht (VO2-max): deze waarde heeft bij bepaalde aandoeningen zoals hartfalen en aangeboren hartafwijkingen een belangrijke voorspellende waarde en wordt ook gebruikt in de evaluatie naar harttransplantatie toe. Voor sporters zal dit onder meer een voorspellende waarde hebben naar maximaal prestatievermogen.
  • Hartfrequenties op het moment van de verschillende drempels en bij maximale inspanning: dit zal nadien aan de patient of sporter toelaten de gewenste trainingszone te bepalen voor verbetering van de inspanningscapaciteit.

Maak een afspraak